top of page

018. Verandering

We zitten aan een klein tafeltje vlak bij een raam in een ouderwets ingericht koffiehuis. De tafel wiebelt enigszins, onhandig, maar wel passend bij de sfeer. Alles is nog in oude stijl. De ober brengt twee kopjes koffie. De geur van koffie wordt toch door maar heel weinig andere dranken overtroffen.


Soms is het een drama om in de agenda een gaatje te vinden om juist dat te doen wat je dichter bij het leven brengt. Mensen maken soms vreemde keuzes. Het ontbreken van een agenda zou je misschien wel heel dicht bij jezelf kunnen brengen. Nu de, allang geplande, ontmoeting met Juliette. Beeldhouwer en schilder. Kunstenares.


Juliette heb ik ontmoet via de artistiek leider van een theater waar zij directeur is. Ze is een grote vrouw, door de excentrieke kleding is ze duidelijk aanwezig, maar dat valt even later weg tegen haar uitstraling, ook van haar gezicht. Een gezicht dat wordt omlijst door rossig, of is het rood, haar. Ze spreekt met een Frans accent.


“… zoek ik de ruimte in mijn schilderijen.” “Het ontbreekt je niet aan ideeën?!” Ze schudt haar hoofd. De lokken dansen op haar schouders. Een diepe lach volgt. “Neeeee”, zegt ze op een mooie toon, daarna serieus “… wat dacht je van een bejaardenhuis voor beeldhouwers en schilders? Misschien eens kijken naar de mogelijkheden. Ik verkoop zo al mijn bezittingen.” “Ik bedoelde ideeën om wat te schilderen, wat voor beelden te maken.” Ik voel me heel even onzeker, heb ik iets gemist in het gesprek? “Oh, oh… Het is even afstemmen, is het niet?!” Ze draait zich om naar het raam. “Kijk…”


Even afstemmen?!


Ze wijst met een vinger, waarbij een ring met een grote rode steen opvalt, naar de kerk die nog net te zien is vanuit het raam. “Daar ga ik bijna elke zondag heen met mijn moeder… Daarna drinken we in het ernaast gelegen museum nog een kopje koffie en dan breng ik haar weer naar het verzorgingstehuis.” Het zijn maar een paar zinnen, maar wel met een enorme rust. Ik stel me haar moeder voor als Juliette haar weer verlaat, wachtend op de volgende zondag. Haal even adem en vraag: “Wat is er belangrijker dan een paar momenten met jouw moeder, al is het een herhaling? De kerk, even heel dicht bij je geloof?”


We rekenen af en gaan naar buiten. Het is guur. Ik sluit mijn jas terwijl Juliette een hoofddeksel opzet. Het is niet echt een pet, ook geen muts. Ik knipper met mijn ogen alsof ik een foto maak. Een zwart-witfoto.


“Zullen we aan de overkant de expositie bekijken? Morgen is de officiële opening, het lijkt me leuk om nu samen naar de schilderijen te kijken.” Ik knik, nieuwsgierig naar wat er tentoongesteld wordt. Vind het leuk in haar omgeving te zijn. Ze inspireert enorm door haar enthousiasme, zeker ook door haar eerdere opmerking dat ze zelf in haar schilderijen de ruimte zoekt. Deze zin houdt mij bezig. Kan het nog niet goed inpassen in mijn denken.


Gaan van de ene naar de andere wereld. Gescheiden door een moment, deel uitmakend van het straatbeeld. Van het leven.


In welke wereld zit je, welke draden binden je aan welke wereld? Zei Juliette niet eerder dat er te veel onzichtbare draden zijn die je vasthouden, terwijl je zoveel zou willen ontdekken… nog in het leven? Het weten wat je voelt, houdt je tegen dat te doen wat je wilt… en dat is, simpelweg, leven. Ik krijg geen tijd om over een antwoord voor mezelf na te denken. De deur van het museum opent als we deze naderen. Een nieuwe wereld.


De entree is nog bezaaid met lege dozen, kratten en papier. Erdoorheen zie je nog stukjes van een marmeren vloer. Een hoog plafond, een enorme houten balie. Er hangt een groot wit bord met de tekst ‘Emma’. Juliette wijst naar het bord. “Er worden schilderijen van Emma tentoongesteld.” Terwijl Juliette naar de balie loopt en de vrouw en de man, die achter de balie heel druk aan het praten zijn, aanspreekt, denk ik na. Emma… Emma… Emma…? De ‘E’ herinnert me aan ‘Eschatos’, het Griekse woord voor ‘het einde’ of ‘het laatste’.


Ik kijk naar een schilderij dat iets verderop in deze entree hangt. Een vrouw zit omgekeerd op een ouderwetse stoel. Ze zit voor een tafel en een spiegel, althans… een spiegel vermoed ik, ook al kijkt ze er niet in. Het been… eh… haar linkerbeen ligt op het zitgedeelte. Ze draagt een zwart kledingstuk, de rug is deels ontbloot, evenals haar benen. Het haar is opgestoken. Het hele schilderij in aardetinten. Met een wel heel bijzondere lichtinval, in de kleur, door de kleuren heen. Gedachten verliezen in het abstracte deel van het schilderij. Aardekleuren. Net alsof je je verliest in een stad, dan pas gaat de stad leven. Hoe langer ik naar het schilderij kijk, hoe meer het me treft.


Het gezicht van de vrouw is niet te zien, ik mis het gezicht ook niet. Het is verborgen in de kracht van het schilderij. Alsof je haar kent en ze zich even afzijdig houdt, één met haar eigen gedachten. Kijk ik naar degene die het schilderij heeft gemaakt? Ademloos laat ik mijn gedachten gaan.


Ik moet denken aan een Italiaanse filosoof, Ficino, uit de vijftiende eeuw. Hij legt het accent op het verlangen. Verlangen en schoonheid zijn met elkaar verbonden: schoonheid wordt veroorzaakt door de verborgen aanwezigheid van het verlangen. Maar ook verlangen naar eenheid, denk ik erbij. Een klein bordje rechts naast het schilderij verraadt de titel: ‘Visione’. Is dit recent werk of haar eerste werk? Misschien ligt er wel een boek over haar werk ergens. Ik heb voorlopig mijn handen vol, ik voel me enorm warm, overspoeld eigenlijk.


Schoonheid als spiegel van de innerlijke mens, zowel van de maker van een kunstwerk als van degene die naar het kunstwerk kijkt. Een weerspiegeling van het verlangen, van het idee. De natuurlijke werkelijkheid is een weerspiegeling van een ideële werkelijkheid, blijkt uit mijn gedachte: “J’avais envie de vous voir avec des cheveux defaits”, zeg ik heel zachtjes. Ik bloos, alsof zij luistert! Het volgende schilderij is al klaar in mijn verbeelding.


Zie haar ogen niet en toch denk ik dat ik door haar ogen kijk naar dit prachtige schilderij. Zie haar ogen niet en toch kijk ik door haar ogen naar haar schilderij. Liefde, verlangen… harmonie. Drie woorden, eigenlijk twee, en de twee samengevat in een woord, dat uit de lucht lijkt te vallen.


“Emma komt morgen ook.”


Ik draai me om en kijk in de ogen van Juliette. Haar donkere ogen lijken mijn gedachten te vangen op het moment dat ze het haar met beide handen op haar hoofd bijeenhoudt. De grote rode steen in de ring om een van vingers komt nu nog mooier uit. Haar ogen inspireren me. Welk leven vertellen zij? In gedachten heb ik, hoewel ik haar nog niet zo lang geleden heb ontmoet, lange wandelingen gemaakt door in haar ogen te verdwijnen. Soms ontmoet je iemand en in de eerste momenten zonder woorden is er al een heel verhaal. Het is alsof ze uit een andere wereld komt, terwijl ze voor je staat. Zelf zei ze eens dat sommige mensen haar ‘Alice in Wonderland’ noemen.


Ik kijk weer naar het schilderij… De vrouw zit op de grond voor de stoel, het bovenlichaam leunt op de zitting, het hoofd leunend op de armen, vlak voor de leuning. De rug is nog steeds deels ontbloot, de benen zijn geheel bedekt door de zwarte jurk. Wilde ik haar zien zitten op een stoel of op de grond? Het haar is los: des cheveux defaits…! Enigszins verward sluit ik mijn ogen. In welke werkelijkheid ben ik nu? Of droom ik? Een hand op mijn schouder doet me net zo snel weer ontwaken. Juliette. “We hebben ervoor gekozen om in de entree deze twee…” Twee…? Werd ik zo afgeleid door wat ik zag dat ik het andere schilderij niet heb gezien? Ze vervolgt: “…twee schilderijen te hangen om…” Ik doe snel mijn wijsvinger voor mijn mond. De reden wil ik zelf ontdekken. Voordat ik me weer omdraai, zie ik nog net de titel van het tweede schilderij: ‘Immaginare’.


We lopen de expositieruimte in. Eschatologie is de beschrijving van de omwenteling waarin de wereld zoals wij die kennen verdwijnt, door verandering of door vernietiging. Ik kies hier voor verandering. Verandering in een kleinere wereld, mijn wereld. Het omzetten van mijn woorden in de kleuren zoals de kunstenares de kleuren gebruikt. Misschien wel een heel verkeerde vergelijking, maar het past uitstekend in mijn gedachtegang. Het is een gevoel dat ik niet kan omschrijven. Hoe omschrijf ik het gevoel bij dat wat ik zie: een schijnbaar simpele streek van de kwast, al of niet met kleuren die gemengd zijn, het geheel in harmonie. Abstract en concreet. Vooral spiritueel. Er komen steeds meer woorden. Wat een enorme diepte… Is dat de ruimte of is dat een andere ruimte dan dat Juliette bedoelt?


Gewend om een afbeelding (dat wat ik voor me zie), al dan niet in fantasie, helemaal te beschrijven, in de afbeelding gaan zitten, bijna deel uitmakend van hetgeen afgebeeld is. Ik kan nu een omwenteling voelen die ik niet kan beschrijven. Voordat ik de expositieruimte in liep, eigenlijk voordat ik het eerste schilderij zag, was ik er me niet van bewust dat… dat…


“Het antwoord op je opmerking over onzichtbare draden, Juliette… Niets mooier dan het eerste moment, daarna wordt het een zoektocht, komen er steeds meer feiten bij. Soms denk ik dat ik verliefd op het leven ben. Op dat allereerste moment van iets nieuws, nou ja nieuw, het was er natuurlijk al. Niets is nieuw, het wordt alleen ontdekt. Of niet. Liefde wordt in een enkele seconde gewekt, het mooie van zielsverwantschap. Het is er of het komt nooit… In vrijheid de ander laten zijn, zonder enig voorbehoud, zelfs woorden hoeven niet te worden gewisseld. Komen zonder beslag te leggen en gaan zonder schuld te voelen. Liefde voor de mens.”


Ik kijk haar aan. Het is heerlijk om vrij te kunnen spreken. Juliette knikt. Voor ik verder ga, kijk ik naar haar handen, deels bedekt door de mouwen. Excentriek of gewoon heel mooi. De handen, die beeldhouwen, die schilderen, zorgvuldig bedekt, de vingers vrijlatend. Mode of onbewust…


“Nog geen verwarrende, gecompliceerde zaken eromheen. Een prachtig eerste ontluiken van een bloem; een dier dat opeens de aandacht trekt, zonder het zelf te weten. Het heerlijke van dier zijn, het is nu, het is vooral het heden. De eerste zonnestralen, de nacht die aankondigt te verdwijnen.”


We komen bij het eerste, eigenlijk het derde, schilderij. Terwijl ik ernaar kijk, vervolg ik nog even het antwoord. “Soms bedroeft het leven ook, dan zoek je de eenzaamheid. Grappig dat je juist eenzaamheid nodig hebt om dat te vinden waar het je werkelijk om te doen is. Loskomen van al dat wat je bij het werkelijke weghoudt, het leven. De ziel, het hart dat het van de rede wint?! De kleur van jezelf.”


Gewend om zwart-wit en alle tinten ertussen te denken. Ik was me er niet van bewust dat kleur zo een enorme invloed op mijn denken zou kunnen hebben. Kleur geeft een enorm gevoel.


De verdere dag is het alsof ik alleen loop in een wereld vol opvolgende poses en beelden, de verbeelding van Emma haar zijn op het doek.

Comments


bottom of page